Home Weblog Boeken Over Marijn Contact  
 
 
Home > Boeken > Gedichten > Acht standpunten (4-5)
 
 

Gedichten

 
 

Acht standpunten (4-5)

Standpunt 4

Zonder bloed wordt niets
onder de wolkenvarende hemel
noch verstaan, noch begrepen.

Een vrouw baart een steen, wie zal haar troosten?
Op flonkerende kinderwagenwielen vervoert zij,
botst zij op de stoeprand de lelijkste denkbaarheid.

Alleen het lichaam is de toegang,
alleen het lichaam geldt.

Voor de precisie, de vanzelfgaande
beweging, voor de klampen van het woord,
de amper houdende, moet ik aanvegen
alle hoeken van het stof, bukken moet ik, zweten
mijzelf ruiken.

Wat ik aanraak bestaat nu.
De vuist van mijn maag
ontbindt zich in woorden,
een kruiwagen die beladen
de last vanzelf rijdt.

Natte kleuren fĂȘteren de zon,
Ik knak een tak tot hij past.
Ik hark vermompelde paden.
Een merel puurt zijn snavel
in het groen.

Er is geen reden waarom het goed is.
Zoals een sprinkhaan een sprinkhaan
nasprinkt
die hij liefheeft,
eenmaal flitst het en dan is het weg.

Standpunt 5

In het schemerland waar witte bloemen staan
en witte koeien staartslaan
en snatersterren klinken in de toppen
van begroeiing; planten met mesvormig blad:
vraag maar op, welke directory je wilt;
ochtend, middag, avond, gekorste spierbillen.
aarde in je mond,

waar telkens gewoeld wordt in hetzelfde
grafje grond en alle grenzen vrij zijn
handelsvrijheid met alle middelen:
gebed, zaken, geweld, en toch is de kamer waar je zat en zapte
een bewijs van onmacht

In de eeuwige schaduw waar de kou niet ophoudt
niet wordt opgeademd door warm licht

Lees verder:

 

 

 

Overzicht gedichten